• Uit het archief: Appie Mulder

    Donderdag 20 juni 2024 bereikt VV Oerterp de mijlpaal van 75 jaar. Daarom deze nieuwe rubriek: Uit het archief, interviews van leden die al lang betrokken zijn bij VV Oerterp. De ‘aftrap’ wordt gedaan door Appie Mulder

  • Voor Appie is er maar één club: Oerterp

     Appie Mulder (80) kan met recht een verenigingsman worden genoemd. Voor Appie was en is er maar één vereniging: Oerterp. Appie was in de jaren zestig een technische vaardige centrale verdediger in het eerste elftal, voetbalde lange tijd bij de veteranen, regelde jaren de inkoop van de kantine, was ruim een kwarteeuw bestuurslid, jeugdleider en tot een jaar geleden nog elftalleider van het vierde elftal.

    ,,Kinst yndied wol sizze dat ik een Oerterp-man bin,” stelt Appie met gevoel voor understatement. Zijn carrière bij Oerterp begon in 1956, op twaalfjarige leeftijd. ,,Earder mocht doe net fan ‘e fuotbalbûn.” Hij begon bij de B-aspiranten, zoals het jeugdteam destijds genoemd werd en viel door zijn goede spel al snel op.

    Het duurde niet lang of Jan Wouters, de leider van het eerste elftal, stond op een zondagmorgen bij de familie Mulder op de stoep. Of Appie, pas vijftien,  ‘s middags ook meekon met de Oerterper hoofdmacht. Daar stak vader Hendrik een stokje voor. ,,Dat hat in hiele striid west. Fan heit moast ik earst sechstjin wêze en sa is it ek  bard.”

    Direct na zijn zestiende verjaardag maakte Appie zijn debuut in een uitwedstrijd tegen ONV uit Frieschepalen. Het was wennen bij de grote mannen. Voetballend kon Appie het niveau prima aan, maar het fysieke, harde spel van de volwassenen was de Oerterper niet gewend. ,,Se skopten my fan links nei rjochts.”

    Appie speelde vrijwel altijd in het centrum van de defensie. Hij was een balvaardige mandekker die graag mee naar voren trok. Op een gegeven moment echter, posteerde trainer Jopie Numan het jonge talent op de linksbackpositie. Hij gaf Appie bovendien één duidelijke opdracht mee. ,,Ik mocht net oer de middelline komme.”

    Dat was tegen het zere been van Appie, die meer in zijn mars had dan alleen maar achter zijn tegenstander aanhollen. ,,De backposysje wie neat foar my.” Dat maakte hij de trainer na afloop van de wedstrijd ook duidelijk. ,,Ik sei, ik wol net wer op  ‘e back spylje, dan sikest mar in oar.”

    De week erop ging Oerterp op bezoek bij SVMH.  Toen Numan de opstelling bekend maakte, bleek Appie opnieuw als back op te moeten draven. De trainer kwam er achter dat het met een boze Appie kwaad kersen eten was. ,,Dat ferpofte ik. Ik ha de tas pakt en bin nei hûs ta gien.”

    Voorzitter Germ Zuiderbaan moest eraan te pas komen om de plooien weer glad te strijken. ,,Ik wie sa dwers as in kraai.” De trainer haalde bakzeil en Appie kwam nooit weer als vleugelverdediger in actie. Mede dankzij Appie promoveerde Oerterp in het seizoen 1964-1965 voor het eerst naar de vierde klasse van de KNVB.

    Het waren andere tijden, herinnert Appie zich. Als Oerterp thuis speelde, ging het publiek in de pauze mee de kleedkamer in. ,,No ja, klaaikeamer, it wie in mar in hokje. At it min waar wie, stie it hielendal fol. De trainer koe net iens syn ferhaal dwaan. Dat it sa barde, kinst dy no net mear foarstelle.”

     Douches waren er niet. Als Oerterp uit bij De Sweach speelde, moesten de voetballers zich op de zolder van het plaatselijke café verkleden en wassen. ,,Der stie in badkûp. It gie mâl fansels. It wetter dripte troch de planken sa op de bar ûnder ús. Der fuotballe op in stuit ek in Amsterdammer by ús, dy seach syn eagen út. Dat wie er net wend.”

    Zijn carrière in het eerste elftal duurde helaas maar tien jaar. In een oefenduel in Leek brak Appie na een ongelukkige botsing met teamgenoot Meine Boonstra zijn sleutelbeen. Het fysieke herstel verliep goed, maar mentaal kreeg hij problemen. ,,Ik rekke oer de toeren en krige sels lêst fan myn skyldklier.”

    De voetbaltas bleef tien jaar in de kast liggen. Hij was in die periode wel elftalleider, maar de weekenden bracht het gezin Mulder voornamelijk door op de camping in Workum. Tot Johannes Veenema op een vrijdagavond voor de deur stond. ,,Hy sei alline, sneintemoarn tsien oere fuotbalje. Goeie.”

    Achteraf bleken zijn vrouw Lammie en Johannes zijn vrouw Schoutje, vriendinnen en beide werkzaam in de bibliotheek, in het complot te zitten.  De actie had succes, want Appie ging in het vijfde elftal spelen en bleef nog jaren voetballen totdat knieproblemen  hem dwongen te stoppen. ,,Ik bin twa kear oan ‘e knibbel operearre.”

    Tot de zomer van 2023 was Appie, die vanwege zijn verdiensten voor Oerterp tot erelid werd benoemd,  leider van het vierde elftal dat helaas opgedoekt werd. Hij haalde veel plezier uit de begeleiding van de veteranen. Voetbal bood een bezigheid en sociale contacten. Zeker na het overlijden van Lammie in 2010, was Oerterp een welkome afleiding.

    Hij mist het leiderschap en hoopt dat hij ooit weer aan de bak mag. Niet vanwege het voetbalniveau trouwens. Lachend: ,,Ik ha wol tsjin de mannen sein, wat jimme prestearje, kin ik op ien poat.” Nee, Appie genoot van de derde helft, de grappen en gezelligheid en niet in de laatste plaats zijn cola-tic. ,,In slokje heard derby.”